Op dit moment wordt er heel veel gesproken over verwarmingssystemen die het milieu minder belasten. Bij het verbranden van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en aardolie, komt CO2 vrij. Een teveel aan CO2 in de lucht draagt bij aan de opwarming van de aarde. Aangezien wij in Nederland in de meeste gevallen gebruik maken van aardgas als energiebron wordt er vaak gezegd: “we moeten van het gas af”.
Inmiddels zijn er verschillende oplossingen beschikbaar om deels of volledig van “het gas af te gaan” naast de traditionele, vaak al energiezuinige verwarmingsketel. De mogelijkheid om te kiezen tussen de verschillende systemen hangt mede af van de isolatie van de woning of het gebouw. Een laagtemperatuur systeem (de meeste warmtepompen) vergt een hoge isolatiewaarde van de woning.
Maar het algemene devies is toch dat verwarmingssystemen een zo optimaal mogelijk rendement behalen met zo min mogelijk verbruik van energie. Niet alleen het verwarmingstoestel zelf maar ook je hele systeem moet optimaal zijn.
Er zijn verschillende soorten verwarmingssystemen, die elk hun eigen kenmerken, voordelen en geschiktheid voor verschillende situaties hebben. Het is belangrijk om rekening te houden met factoren zoals energie-efficiëntie, kosten, beschikbaarheid van energiebronnen en duurzaamheid bij het kiezen van een verwarmingssysteem.
Verwarmingssystemen met een gesloten circuit zijn systemen waarbij het verwarmingsmedium, meestal water of een antivriesoplossing, circuleert in een gesloten lus. Dit betekent dat er geen directe uitwisseling is tussen het verwarmingsmedium en de omgeving.
Het verwarmingsmedium circuleert door een netwerk van leidingen en radiatoren of buizen in de vloer. Het water wordt opgewarmd door een CV-ketel of een warmtepomp en keert vervolgens terug naar de verwarmingsbron om opnieuw te worden verwarmd.
Verwamingssystemen met gesloten circuits zijn (hybride) warmtepompsystemen of HR-ketels.
Open verwarmingssystemen zijn verwarmingssystemen waarbij het verwarmingsmedium in contact staat met de omgeving. Dit betekent dat er een directe uitwisseling van het verwarmingsmedium met de atmosfeer plaatsvindt. Open verwarmingssystemen worden minder vaak toegepast dan gesloten systemen, maar ze hebben nog steeds enkele toepassingen.
Open systemen kunnen minder efficiënt zijn dan gesloten systemen vanwege de directe warmte-uitwisseling met de omgeving. Bovendien kunnen open systemen beperkt zijn in termen van regelbaarheid en temperatuurbeheersing. Ze worden vaak aangetroffen in oudere gebouwen of in situaties waarin andere verwarmingsopties niet beschikbaar zijn.
Voorbeelden van open verwarmingssystemen zijn open haarden of kachels op andere brandstof, elektrische of infrarood verwarming etc.
In een gesloten systeem is het systeemwater de verbindende factor tussen alle elementen. Het is te vergelijken met het bloed in ons lichaam. De kwaliteit van het systeemwater is dan ook van groot (levens-)belang. Zeker lucht en vuil kunnen voor veel problemen en daarmee storingen en hoge onderhoudskosten zorgen.
Hoewel (aard)gas nog steeds één van de minst milieubelastende brandstoffen is wordt ook hier gezocht naar alternatieven. Momenteel lopen er testen met het gebruik van waterstof. Waterstof kan geproduceerd worden door gebruik te maken van schone energie, opgewekt met bijvoorbeeld windmolens en/of zonnepanelen en levert geen milieubelasting op. De uitstoot van een dergelijk systeem is namelijk water.